Geschiedenis

Oorsprong: Zwitserland
Gehouden als: Oorspronkelijk waak-, drijf en trekhond op boerderijen, tegenwoordig ook familie- een veelzijdige werkhond
Grootte: Reuen 64-70 cm en teven 58-66 cm
Gewicht: 40-44 kg
Kleur: Zwart met roestbruine en witte aftekeningen
Vachtsoort: Halflang, golvend en recht met een dichte ondervacht
Gem. Leeftijd: 8-10 Jaar
Rasgroep : 2 Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden

Korte geschiedenis van het ras

De Berner Sennenhond is een boerenhond van oude herkomst, die in het voorr Alpengebied en delen van het binnenland in de omgeving van Bern als waak-, trek- en drijfhond gehouden werd. Naar het gehucht en de herberg Dürrbach bij Riggisberg, waar deze langharige, driekleurige erfhond bijzonder veelvuldig voorkwam, kreeg hij zijn oorspronkelijke naam: "Dürrbachler". Nadat in 1902, 1904 en 1907 reeds zulke honden op hondententoonstellingen uitgebracht waren, sloten in november 1907 enkele hondenfokkers uit Burgdorf zich aaneen om het ras zuiver te gaan fokken. Zij stichtten de "Schweizerischen DürrbachKlub" en stelden raskenmerken op. In 1910 werden op een hondententoonstelling in Burgdorf, waar veel boeren uit de omgeving met hun Dürrbachler-honden naar toe kwamen, reeds 107 dieren geposeerd. Van toen af aan verwierf het ras, in navolging van de andere Zwitserse Sennenhonden, voortaan "Berner Sennenhond" genoemd, snel vrienden in heel Zwitserland en spoedig ook in het naburige Duitsland. Tegenwoordig is de Berner Sennenhond dankzij zijn driekleurige aftekening en zijn aanpassingsvermogen wereldwijd als familiehond bekend en geliefd.

Karakter:

Opmerkzame, waakse, zekere en onbevreesde hond in dagelijkse situaties; goedmoedig en aanhankelijk in de omgang met vertrouwde personen; zelfverzekerd en vriendelijk tegenover vreemde personen. Hij moet een middelmatig temperament hebben en volgzaam zijn De hond is rustig, niet traag, maar opmerkzaam, geInteresseerd en beweeglijk. Hij zal niet snel onder de indruk zijn of herstelt zich daarna direct. Hij dient zich bij dagelijkse invloeden, zowel optisch(zichtbaar) als akoestisch(hoorbaar) en tegenover vreemde personen in een normale situatie, onbevreesd en zeker te gedragen. Hij heeft een sterke binding aan zijn gezin. Als het nodig is verdedigt hij zichzelf, zijn gezin of zijn territorium zonder bijtgraag te zijn. De Berner moet bereid zijn zich te schikken in de rangorde die zijn baas bepaalt, wat dus inhoudt dat hij een ondergeschikte plaats inneemt. De hond mag bij het schot opmerkzaam zijn, maar moet zeker en daarna niet onder de indruk zijn. Het gedrag dat een hond toont, bestaat eigenlijk uit twee dingen: aan de ene kant wat hij in zijn genen van zijn voorouders meekrijgt, aan de andere kant wat hij leert gedurende het eerste gedeelte van zijn leven, dus de manier waarop hij gehouden wordt. Daarom is socialisatie vanaf de geboorte zo belangrijk. Nu zouden we zo graag zien, welk gedrag aan zijn genen ligt, en welk hij geleerd heeft. Helaas is dit voor onze waarnemingen niet scherp te onderscheiden, dus bezien we het totale gedrag. De belangrijkste ongewenste gedragingen zijn: angst en agressie.

Vereniging De Berner Sennenhond organiseert per jaar een aantal ras/fokkeuringen waarop o.a. de honden ook op karakter gekeurd worden. Tijdens de test, die uit verschillende onderdelen bestaat zoals tussen de mensen bewegen, een aantal optische voorwerpen, een aantal akoestische voorwerpen en het schot, die tezamen zo goed mogelijk nabootsen, wat de hond ook in het dagelijkse leven ervaart, wordt hij hiermee geconfronteerd. De hond laat door zijn houding en gedrag zien hoe hij op elk onderdeel apart reageert. Uit het totaal van zijn ervaringen kunnen we concluderen of hij in meerdere of mindere mate voldoet aan de gedragsstandaard. Er kunnen natuurlijk gradaties in zijn gedrag zitten ten opzichte van de verschillende onderdelen maar het totaal is belangrijk